Liften in Maleisië

5 mei 2016 - Perhentian Islands, Maleisië

Dinsdag 12 april

Toen we ergens in de Cameron Highlands werden afgezet, zochten we samen met de Duitser Philipp ons hostel op. Hiervoor moesten we helaas wel een klote berg op met onze veelste zware backpacks. We hadden in ieder geval wel het geluk dat het in de Cameron Highlands ongeveer 4 graden kouder is dan in de rest van Maleisië. Toen ons hostel eenmaal in zicht was, werd ik ontzettend blij omdat er voor het hostel een aantal honden lagen. Deze honden bleken heel lief te zijn en ook was er een hele schattige puppy. Het inchecken werd gedaan door de Nederlander Frank en ook dat was een leuke verrassing. In onze kamer voelden we ons meteen thuis, omdat het ons aan een slaapfeestje deed denken. In de, kamer bevonden zich twee stapelbedden een tweepersoonsmatras op de grond, een wastafeltje en de kamer was al gezellig gevuld met de troep van twee andere meiden.

Avondeten deden we die avond samen met Philipp en vervolgens sloten we ons met z’n drieën aan bij de mensen van ons hostel die buiten aan het chillen waren. Hier leerden we onze Duitse kamergenootjes Katja en Nici kennen. Gelijk konden we het heel goed met de twee vinden. Ook leerden we twee Franse jongens kennen die van Nika en mij de codenamen ‘de Tor en de Krekel’ kregen, gezien hun lichaamsbouw.

Woensdag 13 april

Vroeg uit de veren voor de berghike van deze dag. Samen met onze kamergenootjes en de Spaanse en Italiaanse vrijwilligsters, Julia en Martina, roosterden we broodjes als ontbijt. Hierna voegden de Tor, de Krekel en Philipp zich bij ons en waren we compleet voor de hike van die dag. Eerst bezochten we een supermarktje waar iedereen een grote fles water en nog wat te eten kocht. Voor het supermarktje legden Julia en Martina uit dat we naar de bergen gingen ‘hitchhiken’. Dit was een nieuwe term voor Nika en mij en we leerden dat het liften betekent. “We moeten ons wel opsplitsen want we kunnen natuurlijk niet met z’n allen tegelijk een auto in.’ Zei Julia. Vervolgens liepen we met de gehele groep naar de weg waar we eerst nog stonden te klungelen hoe we ons moesten gaan opsplitsen. Uiteindelijk maakten Nika en ik de keuze om een stuk verder van de groep te gaan staan. Philipp voegde zich bij ons en na (niet overdreven) twee minuten stopten een auto die ons meenam naar de plek waar we moesten zijn. Toen we er eenmaal waren, kwam de rest van de groep in verschillende auto’s al gauw aan. Nu waren we weer compleet en moesten we eerst nog een stuk weg aflopen om bij het echte hike gedeelte te komen. Ons eerste hike gedeelte van ongeveer een uur klimmen, klauteren en zweten, was prachtig. Door de hike die veel energie vergde, vergat je af en toe hoe mooi het was. Maar tijdens onze kleine pauzes stond iedereen toch wel ontzettend te genieten. Tijdens één van deze pauzes besloten Nika en ik dat we is een foto moesten maken met de camera van Nika. Die bleek opeens leeg, dus maakten we die dag foto’s met de mobiel van Nici (onder andere hele mooie selfies…). Omdat iedereen een andere conditie had besloten de Tor, Krekel en Julia zich op te splitsen en de hele dag een snel tempo te lopen. Katja en Philipp liepen een stuk voor ons en samen met de astmatische Nici en natuurgenieter Martina genoten we van onze hike. Toen we eindelijk bovenaan de berg waren, aten en dronken we met z’n allen wat. Ook beklommen we het torentje die een mooi uitzicht mogelijk maakte. Na deze pauze besloten we het ‘mossy wood’ in te gaan. Dit mossige bos eindigde op een punt in het bos waar we nog een hike konden gaan doen. Na een overleg besloten we toch maar om te gaan, want het zou maar anderhalf uur duren en Martina was vastbesloten dat we uit zouden komen bij de theeplantages, die we aan het einde van de dag allemaal nog wilden zien. Om deze hike te gaan doen bleek achteraf een hele domme fout. De hike was veel gedeeltes stijl de berg opklimmen en ook weer stijl de berg afklimmen, maar we moesten en zouden het volhouden want de theeplantages lagen op ons te wachten. Na anderhalf uur te hebben gehiked begon Katja te twijfelen aan het feit dat we wel echt bij de theeplantages uit zouden komen. “Maybe you’re right, but we can’t go back no more.” Zei ik en daar was iedereen het mee eens, want om nu nog terug te gaan zou wel heel nutteloos voelen. Twintig minuten later kwamen we echter de Krekel, Tor en Julia tegen die ons meedeelden dat er boven op de berg niets te beleven viel en dat je verplicht was om dezelfde route terug te lopen. Teleurgesteld, vloekend maar ook lachend keerden we ons om: op naar de volgende anderhalf uur terugweg. Tijdens onze terugweg kwamen we Nici en Nika tegen die iets achterliepen. Ook zei waren niet zo blij met het nieuws dat we helemaal terug moesten. “Wij lopen weer helemaal achteraan, want dat is chill!” Riep Nika nog toen we hen inhaalden met de groep. Na een kwartier heel snel te hebben geklommen (omdat we snel terug wilden) besloten Martina, Philipp en ik om te gaan wachten op Nika en Nici. Philipp gaf dit na tien minuten op en dus bleven Martina en ik alleen achter. Na een kwartier te hebben gewacht begon ik me wel een beetje zorgen te maken. Ik en Martina schreeuwden een paar keer heel hard, maar antwoord kwam er niet. We namen plaats op een boomstam en besloten om terug te gaan als ze er niet voor vier uur zouden zijn. Na meer dan twintig minuten te hebben gewacht, verschenen Nika en Nici tussen de bomen. Wat was ik blij dat mijn beste reismaatje, goede vriendin en inmiddels familie ongedeerd was. Ook was ik natuurlijk erg blij om Nici te zien (: Vanaf nu bleven we met z’n vieren en toen we eindelijk weer terug waren, zat daar de groep op ons te wachten. Helemaal kapot kwamen we bij hen zitten. Julia stond direct op. “We have two options how to go to the plantages: hike back for 2 kilometers or walk on the street for 6 kilometers.” We besloten de weg te nemen, omdat we na deze domme fout allemaal geen hikingspad meer konden aanzien. De 6 kilometer vielen echter wel zwaar, omdat iedereen inmiddels zo moe was. Zo hadden Nika en ik erg last van onze heupen. Toen we bij de plantages aankwamen, konden we er eerst nog niet van genieten. Maar na er een tijdje doorheen te hebben gelopen, gaven we toe aan de pracht van deze plantages die recht de berg opliepen. Tijdens deze wandeling probeerden we een lift te krijgen. Omdat er vrijwel geen auto’s reden lukten het Nika, Nici en mij na driekwartier lopen toch. In de auto deden de mensen meteen de ramen open. Nika keek me kort aan. “Ik weet zeker dat ze dat doen, omdat we zo stinken.” Dat konden we ons wel voorstellen na zo’n intensieve dag. We moesten allebei keihard lachen en besloten ons er niets van aan te trekken. Toen we in ons dorpje waren afgezet, gingen we direct opzoek naar een restaurantje. We kwamen Phililpp, Katja en een Spaans meisje tegen bij één van de restaurants en we gingen bij hen zitten en namen net zoals hen naan.

In ons hostel namen we allemaal een douche. Na deze douche zei Nici dat ze de volgende dag naar het Oosten wilde gaan en dat ze dat het liefste liftend wilde doen, omdat het die middag zo’n leuke ervaring was geweest. Dat was best een cool idee, vonden Nika en ik. “You should join me!” Bedacht Nici. Nika en ik keken elkaar even aan. Er verscheen een glimlach op allebei onze gezichten. Dat zei genoeg: we gingen mee.

’s Avonds zaten we met z’n allen bij het kampvuur waar we Frank onze liftplannen vertelde. Hij had al heel veel gelift in zijn leven. Zo had hij door heel Europa gelift, maar ook door Thailand en Maleisië. “Maleisië is een heel makkelijk om te liften.” Vertelde hij “Ik pak er even een kaart van Maleisië bij.” Samen met Frank besloten we dat we naar Kota Bharu zouden gaan liften. Dat is een grote stad in het Oosten van Maleisië die dichtbij de Perhentian islands ligt. Via deze stad wilden we bij de Perhentian Islands uitkomen. “We zijn nu wel helemaal in het Westen en Kota Bharu ligt helemaal in het Noord-Oosten. Dat betekent dat het wel een aantal dagen kan gaan duren.” Legde Frank ons uit. Dat vonden we geen probleem.  Tot ons grote geluk mochten we de kaart van Maleisië houden. Dankjewel Frank!

Donderdag 14 april

We stonden om 8.30 al op, omdat we zo vroeg mogelijk wilden beginnen met liften. Samen met Katja roosterden we broodjes en aten we wat fruit. Nici bakte een eitje. Na ons ontbijt pakten we onze tassen in. Nici had zich erg thuis gevoeld in onze kamer en dus had zij heel wat meer tijd nodig om haar tas in te pakken, want ongeveer haar gehele tasinhoud lag op de grond, haar bed en nog een leeg bed. Om half elf waren we klaar om te gaan en zeiden we gedag tegen een aantal mensen en de honden. Katja liep met ons mee, want zij wilde in het dorpje gebruikmaken van de wifi. In het dorpje namen we afscheid van Katja en staken we de weg over om daar voor het eerst in ons leven een serieuze lifttocht te starten. Nadat we onze tassen onder een boom hadden gedumpt, gingen we langs de weg staan. Nika had een achterkant van een poster vast met Gua Musang erop. Dat is een stad die op weg naar Kota Bharu ligt. Nici en ik liftten zoals dat moet in Maleisië: niet je duim omhoog, maar omgekeerd wuiven. Veel mensen zwaaiden lachend naar ons. Na zo’n vijf minuten stopte een man die ons wel naar Gua Musang wilde meenemen, maar alleen voor geld. We keken hem teleurgesteld aan. “We don’t have money.” Logen we. Hij wilde ons dan niet meenemen, maar zei er nog wel even bij dat we aan de verkeerde kant van de weg stonden. We bedankten hem voor deze tip en toen hij weg was, haatten we met z’n drieën op hem, omdat hij geld vroeg. Eenmaal aan de andere kant van de weg stopte er na vijf minuten opnieuw een auto. Het was een man die ons tien minuten verder mee kon nemen. Elke meter telde mee, dus wilden we wel mee. Na een ontzettend geklungel met onze backpacks, namen we plaats in de auto waar we Nici belachelijk maakten over haar veelste zware tas. Wat zat er allemaal in joh? Nici vertelde dat haar backpack ongeveer twintig kilo was, maar dat het te relativeren viel omdat ze voor ongeveer anderhalf jaar op reis is. Na tien minuten werden we aan het einde van het dorp afgezet. Hier kwam een Europeaanse wielrenster langs, die blij naar ons zwaaide en “Hitchhiking?!” riep. Vijf minuten later stopte er opnieuw een auto. Een kleine Maleisische vrouw nam ons vijf minuutjes verder mee, waar ze naar een markt langs de weg ging. Op deze weg gingen we bij een plekje staan waar auto’s konden stoppen. In de brandende zon probeerden we auto’s te laten stoppen en opnieuw naar de wielrenster zwaaiden die weer langskwam. Waren we toch even sneller dan haar (:  Vrijwel alle chauffeurs zwaaiden, maar na een kwartier waren er nog geen auto’s gestopt. Nika liep even terug naar onze tassen en Nici en ik bleven half dansend staan liften. Opeens riep Nika ons en gebaarde dat we moesten komen. Een man die al met zijn auto geparkeerd stond wilde ons wel naar het begin van de snelweg naar Gua Musang brengen. Ontzettend blij stapten we zijn blinkende dikke BMW in. Het was een leuke man waar we erg mee konden lachen. Toen hij ons afzette, stopte de eerste auto die we tegenkwamen! Het was een pick-up truck waar we achterin mochten zitten. Zij zouden ons tien minuten verder de grote weg opbrengen. Nika en ik waren zo gelukkig achterin de pick-up. Het was namelijk onze wens om een keer achterin een pick-up te mogen zitten. Nici was ook wel blij, maar snapte ons grote geluk niet helemaal. Toen we af werden gezet, kochten we water bij een klein kraampje langs de weg. We stonden nu echt aan een grote weg en de auto’s kwamen heel snel langs. Toen we tien minuten stonden te liften, vroegen we ons af of het deze keer zo gemakkelijk zou gaan. Die vraag werd na vijf minuten beantwoord. Opnieuw stopte er een pickup. Deze keer zat er een gezin in: vader, moeder, dochter van 20 en zoontje van 5. We vroegen of ze naar Gua Musang gingen. Hij knikte blij en zei dat we achterin de pick-up konden zitten. We pakten snel onze backpacks en gooiden die de al zeer volgeladen pick-up in. De man hielp ons om de backpacks fatsoenlijk op hun spullen te leggen. Hij vroeg waar we verder van plan waren naartoe te gaan. Nici antwoordde dat we eigenlijk op weg waren naar Kota Bharu, maar dat we al heel blij waren dat hij ons meenam naar Gua Musang. Tot onze grote verbazing deelde de man mee dat ze op weg waren naar Kota Bharu, omdat ze daar woonden. Dit hield in dat we vandaag helemaal naar Kota Bharu zouden gaan! Nici, Nika en ik begonnen te lachen en bedankten hem meerdere keren. Nadat we ons helemaal achterin de pick-up hadden gepropt, zei Nici dat ze nu ook net zo blij als wij was. De auto begon te rijden en we konden niet stoppen met lachen, omdat we zo gelukkig waren dat we dit gefixt hadden.

Achterin de auto genoten we van het niet normale uitzicht. Naast de weg bevonden zich enorme bossen en prachtige landschappen. “This is not normal!” Zeiden we tegen elkaar. Na ongeveer drie uur klem te hebben gezeten achterin de pick-up, maakten we een stop bij een kraampje. De vader van het gezin liep naar het kraampje en begon dingen te bestellen. Even later kwam hij aan met drie drankjes en gebakken bananen. “For you.” Zei hij blij. We bedankten hem hartelijk en toen de pick-up weer begon te rijden, raakten we maar niet uitgepraat over de goedheid van deze mensen. De gebakken bananen waren heerlijk, alleen het drankje was nogal (hoe zeg ik dat?) Maleisisch. In dit mierzoete drankje zaten pinda’s, noodles, fruit een nog wat andere gekke dingen. Dit vonden we niet heel lekker, maar daar ging het natuurlijk helemaal niet om.

Twee uur later stopte de pick-up in Gua Musang. We snapten het even niet: gingen ze ons nou alsnog in Gua Musang afzetten? De man kwam de pick-up uit en vroeg ons of we onderweg naar Kota Bharu het leuk vonden om naar één van de grootste watervallen van Maleisië te gaan.  Enthousiast zeiden we allemaal ja. Weer rijdend fantaseerden we over de watervallen waar we met het gezin heen zouden gaan. “We are now part of the family and we are going on a familytrip with them.” Besloten we samen.

De waterval was niet echt te zien toen we er aankwamen, maar het was heel lekker om met je voeten in het stromende water te zitten en te kijken naar het jongetje van vijf die de rivier door rolde. Het meisje van twintig kwam naast ons zitten en zo leerden we haar kennen. Ze studeerde, had vier broers en ze had net vakantie van school. Bij de watervallen kwamen Nika en ik erachter dat we toch best verbrand waren door het zitten in de pick-up. Dit werd ons nogal vaak duidelijk gemaakt door Nici die het ontzettend grappig vond dat we nu rode tomaten waren. Toen we de watervallen verlieten, trok ik daarom ook mijn lange mouwen blouse aan en mocht ik de hoed van Nici lenen die het toch wel met ons te doen had. Terwijl we steeds verder van de waterval wegreden, wees Nika opeens omhoog en maakte een kreetje. We keken ook omhoog en zagen opeens de enorme waterval waar we net vandaan kwamen. We moesten allemaal keihard lachen: waren we daar net geweest? “Why the fuck didn’t we see that?” De weg hierna was ook geweldig prachtig en we bleven ons maar verbazen en verbazen over de schoonheid van de Maleisische natuur. “Stop being so beautiful Malaysia.” Grapte Nici.

Na een aantal uur te hebben gereden stopte de pick-up bij een moskee. Het gezin stapte uit en vertelde ons dat ze gingen bidden. Dus hadden wij even pauze om de pick-up uit te komen en onze benen te strekken. Toen het gezin de moskee weer uitkwam, zei de vader dat we zo gingen avondeten. Opnieuw dat familiegevoel: “We are going to have dinner with our family!” Bij een restaurantje langs de weg besloot het gezin te eten. Eerst bestelden iedereen drinken en vervolgens bestelde de vader al het eten voor iedereen. Dat eten was erg lekker ook al was alles ontzettend pittig. Opnieuw werd er voor ons betaald en we vroegen nog of we konden betalen, maar dat wilde het gezin niet. Weer in de pick-up gepropt moesten we nog een paar uur rijden. Toen het eenmaal donker werd begonnen we grapjes te maken over het feit of we ooit zouden aankomen. Ook grapten we dat we mee naar huis zouden worden genomen en uitgehuwelijkt aan alle zonen. Nika claimde de zoon van 23 en ik claimde de knapste zoon. Scherpe Nici zei. “Oh, than you will get the boy of five years old, I mean, he is the prettiest for sure.” Ik moest hard lachen. “Okay, I will take care of him.” Ook zongen we hard mee met de velen imams van Kota Bharu (de meest islamitische stad van geheel Maleisië). Even later stopte de pick-up weer bij een moskee. Deze keer ging alleen de vader bidden. Hierna reden we over een drukke weg midden door de stad. Veel auto’s en motors achter ons zwaaiden naar ons en wij zwaaiden natuurlijk blij terug.

’s Avonds om 9 uur werden we afgezet in het centrum van Kota Bharu. Nadat de familie ons duidelijk had gemaakt dat ze ons graag een slaapplaats hadden aangeboden als ze plek hadden, namen we afscheid van de familie en gingen we nog met ze op de foto. Ook gaven we ze een klompjessleutelhanger, omdat we ze zo ontzettend dankbaar waren. Hier waren ze erg blij mee.

Avondeten deden we in de pizza hut, omdat hier toch wel wifi móest zijn… Dat bleek niet zo te zijn. Dus gebruikte Nici haar internet om op te zoeken waar het hostel was. In de pizza hut deelden Nici en Nika een pizza menu en ik koos voor spaghetti.

Ons hostel bleek erg dichtbij de pizza hut te zijn en toen we er binnenkwamen werden we vriendelijk verwelkomt. Er werd ons verteld dat de dorms vol zaten, maar dat er nog wel twee tweepersoons kamers vrij waren. Dus besloten we met z’n drieën op een tweepersoonskamer met airconditioning te slapen (voor maar drie euro per nacht). Na ons te hebben gedoucht vielen we gezellig naast elkaar in slaap. Die nacht werd ik echter wel vaak wakker, omdat ik nogal krap tussen Nici en Nika in lag.

Vrijdag 15 april

’s Morgens roosterden Nici en ik mijn laatste beetje brood op in het broodrooster van het hostel. Na dit kleine ontbijtje liepen we Kota Bharu door. Voor een shoppingmall kocht Nici een ijsje, Nika popcorn en ik een wafel. Met ons lekkers liepen we verder de stad in. Toen we opeens op een fruitmarkt belandden kochten we appels. Meer naar het centrum was een marktje waar vrijwel alleen maar kleding werd verkocht voor islamieten. Wel leuk om te zien dat bijna iedereen hier islamitisch was en dat het juist raar voelde dat wij dat niet waren. Na het marktje kwamen we erachter dat alle winkels gesloten waren. Wat was er aan de hand? Opeens besefte ik me dat het vrijdag was. “For islamitic people friday is like a sunday.” Vertelde ik Nici en Nika terwijl we ontzettend veel mannen voorbij zagen komen die naar de moskee gingen. Na een mislukte poging tot pinnen, rustten we uitgeput uit op een bankje. Het was zó ontzettend warm hier. Zo was ons verteld dat het nu het heetste moment van het jaar was in Maleisië. Nadat we onze appels ophadden besloten we de rivier te bekijken en daarna met een omweg terug naar ons hostel te lopen. Tijdens deze omweg kwamen we langs winkels waar Nika tekenspullen kocht en Nici een magazine. Ook liepen we nog even langs de 7 eleven, omdat ik tampons nodig had (dat moet ook gebeuren op reis). Eenmaal bij de ‘ongesteldheid afdeling’ bleek er alles te zijn, maar geen tampons. Ook in de volgende supermarkt waar we brood kochten, was er van alles, maar tampons waren nergens te bekennen. Nika en ik dachten dat het met de islam te maken heeft, maar dat weten we nog steeds niet zeker. Terug in ons hostel chillden we een tijd op ons bed en skypte ik even met het thuisfront.

Avondeten deden we deze avond op een avondmarkt. Hier aten Nika en ik een soort broodpannenkoek waar kip ei en kruiden in zat. Ook namen we gebakken bananen en kleine broodjes met kip. Ook vegetariër Nici nam zo’n kipbroodje. Even beleefden Nika en ik een ‘Rawanmomentje’. “You are not going to get mad because of this, right?” Zei Nici een beetje schuldig. Nou, deze twee vleesliefhebbers hier vonden het totaal geen probleem dat Nici ook een keer van een kipje wilde genieten. Hierna nam Nici nog wel groenten met rijst, waar ze voor Maleisische termen veel voor moest betalen.  Geïrriteerd betaalde ze en toen we wegliepen maakte ze de vrouw van het restaurantje belachelijk. En daar was de grappenmaakster Nici weer, die ons vele malen de slappe lach heeft bezorgd. Dit was zo’n slappe lach momentje. In ons hostel sliepen we die avond weer gezellig naast elkaar. Deze nacht had Nika last van ruimtegebrek en werd gedwongen tegen de muur te liggen.

Zaterdag 16 april

Iets vroeger uit de veren dan normaal, omdat we vandaag naar de perhentian islands wilden gaan liften. Na weer wat brood te hebben geroosterd, liepen we eerst de stad in om naar de Western Union te zoeken. Hier moest Nici heen om geld op te sturen naar iemand. Terwijl we hier al een tijd naar op zoek waren, werden we door een groep Maleisische studenten aangesproken. Ze wilden ons interviewen voor school. Na het interview die vooral over Maleisië ging, legden ze aan ons uit waar de Western Union zou moeten zitten. Weer op zoek grapten we over het feit dat we nu in een Maleisisch schoolfilmpje de show steelden. De Western Union bleek onvindbaar, dus besloot Nici dat ze het geld een andere keer zou opsturen. Deze keer hadden we weer een poster gebruikt voor het liften. Er stond Kuala Besut op: de stad waarvandaan je de boot naar de perhentian islands kan nemen. Na tien minuten stopte er een auto met een vrouw en haar oude moeder erin. De vrouw wilde ons wel de stad uitrijden, maar eerst moest ze haar moeder thuisbrengen. Dit vonden we geen probleem, want we hadden toch alle tijd van de wereld. In haar huis kregen we een heerlijk ontbijt met rijst, een super lekkere tonijnachtige vis en heerlijke zoete koude ijsthee. Alle familie en vrienden in het grote huis kwamen bij ons kijken, ook het grote aantal kinderen. Wat was dit weer een ontzettend geluksmoment. Na wat foto’s te hebben gemaakt met de familie, stapten we weer de auto in. De vrouw vertelde hoe zij over mensen dacht en dat ze het erg belangrijk vond dat je liefdevol bent en om mensen geeft. Ze wilden ons dat duidelijk meegeven en dat is haar zeker gelukt. Bij een klein stenen gebouwtje langs de weg zette ze ons af. Dit was achter een stoplicht en dus namen we kleine pauzes tijdens het liften waarin we vooral heel raar deden, zoals gekke dansjes langs de weg. Een eindje verder van ons kwam een Maleisische vrouw staan die ook leek te liften. Na een kwartier stopte er een oude man voor ons. Hij kon ons wel een eindje meenemen en ook het vrouwtje ging met hem mee. Na ongeveer tien minuten zette hij het vrouwtje af. Even later ging hij tanken en kwam terug met drie pepsi flesjes voor ons. We zeiden een aantal keer dat we hem hier echt heel dankbaar voor waren en hij vertelde dat hij het belangrijk vond om mensen met kleine dingetjes blij te maken. Wat een lief mens hadden we weer ontmoet. Ook probeerde hij iets uit te leggen wat in zijn gebrekkig Engels niet helemaal goed ging. “I want … uhm … to be a … fish.” Nika en ik wisten natuurlijk dat hij dat niet bedoelde, maar we keken elkaar achterin de auto even aan en dat was het begin van een hele lange slappe lach. Wel een stiekeme zachte slappe lach, want de man zette zijn verhaal tegen Nici, die voorin zat, gewoon voort. Een kwartier later stopte de man bij een kraampje langs de weg en zei dat hij zo terug was. Hij kwam terug met drie gebarbecuede maiskolven. Wauw! We bedankten hem opnieuw honderd keer en vandaag kon niks ons geluk meer stuk maken. Uiteindelijk zette hij ons bij een winkeltje langs een nogal verlaten weg af. We bedankten hem nogmaals en zwaaiend zagen we hem weer vertrekken. De vrouw van het winkeltje vroeg wat we aan het doen waren. “We are hitchhiking.” Vertelden we haar. Ze knikte en wees naar een plekje waar we onze tassen konden neerzetten. Zittend tegen een muur aten we rustig onze maiskolven op, om precies te zijn mijn eerste maiskolf ooit. Tot mijn grote verbazing was het ontzettend lekker, maar dit genot werd al gauw verstoord omdat ik onder mijn kont iets voelde kriebelen. Ik stond op om te kijken en zag een kakkerlak onder mijn kont vandaan komen. Geschrokken, walgend en lachend schoof ik een stukje op naar links. De vrouw van de winkel kwam weer naar ons toe en zei ons dat het een paar meter verder koeler was om te zitten. Dus gingen we daar zitten en deze keer genoten we van onze maiskolven zonder onze kakkerlakken vrienden. Even later stond dezelfde vrouw weer voor onze neus. “You can take the bus too.” Zei ze. “No, thankyou.” Wel lief dat ze zo bezorgd om ons was. Toen we onze maiskolven ophadden, kon het liften weer beginnen. Opnieuw na ongeveer tien minuten stopte er een auto. Het waren twee gasten die een beetje macho overkwamen. We vertelden ze waar we heen moesten en ze antwoordden met: “For what?” We waren aan het liften dus duidelijk voor niks en ook vertrouwden we deze twee jongens niet, dus besloten we niet met ze mee te gaan. Al snel stopte er een nieuwe auto. Hier zat een jongeman in die naar kota Bharu ging en ons wel mee wilde nemen. Blij stapten we zijn veelste kleine auto in. Zijn Engels was slecht, maar hij deed heel erg zijn best om gezellig met ons te praten. Dat ging gelijk goed, want Nici was erg fan van de muziek die hij aan had staan. De jongen bleek in de gevangenis te werken en dat was te zien aan zijn tenue die naast ons op de achterbank hing. Tussendoor stopte hij langs de weg en haalde vis en een soort visloempiaatjes voor ons. Nika en ik waren erg fan van de visloempiaatjes en Nici was erge fan van de vis zelf. Met een zakje vol vis werden we bij de ferry afgezet. Hier dingden we af op onze boottickets. Na een halfuur wachten konden we het bootje op waar toevallig een Nederlands koppel ook op zat. De bootrit was vrij heftig. Tassen verschoven voortdurend en de boot landde telkens keihard op de golven, wat niet heel fijn aanvoelt als je heel nodig moet plassen… Bij het strand werden we overgezet op een kleiner bootje, waar we keihard hebben zitten lachen over hoe Nici reageerde op het bootje dat nogal diep in het water lag. Eenmaal op het strand zag Nika meteen waar ons hostel was. Hiervoor moesten we nog een stuk over het hete strand lopen en vervolgens een zijweggetje inslaan. Het restaurant van het hostel had een geweldig uitzicht over de zee. Dan was het het trapklimmen en zweten toch waard. Bij het inchecken werd Nici erg chagrijnig, omdat ze het te duur vond en toen we in onze dorm aankwamen, werd het er niet beter op: twee ventilatoren waren kapot, de lichten van de wc’s deden het niet en er was geen wc-papier. Ook waren we de vis, die in de zon lag, vergeten en inmiddels zaten daar al mieren in. Ik ging bij de balie wc-papier halen en ik meldde voor Nici dat de ventilatoren kapot waren. De receptionist knikte: ik had gelijk, maar ’s avonds zou de airconditioning aangaan. Nika en ik hadden geen probleem met de kamer en vonden de overnachting ook niet te duur. Nici’s woede was gelukkig van korte duur en nadat we al onze spullen in de kamer gedropt hadden, gingen we naar het strand waar we zwommen, in de schaduw lagen en keken hoe Nici met een aantal Zuid-Afrikanen volleybalde. ’s Avonds aten we bij een strandtent. Nici had een sapje besteld en wilde daar ons restje drank aan toevoegen. Alleen kreeg ze haar flesje niet open. Dus vroeg ze aan de jongen achter ons of hij dat kon doen. Nadat het hem gelukt was, kwam hij bij ons zitten. Hij heette Hazim, kwam uit Abu dhabi en studeerde in Kuala Lumpur. Hij vertelde ons dat het ’s avonds erg leuk was bij een bepaalde strandbar. Dus spraken we daar later af. Bij de strandbar kwamen we op matjes aan één van de kleine tafeltjes zitten waar Hazim en zijn vrienden zaten. Hier dronken we met z’n allen van de grote hoeveelheid drank die de jongens hadden ingeslagen. Na een uurtje begonnen er veel mensen te dansen op het ‘podium’ en Nici en ik moesten daar natuurlijk aan meedoen.

Zondag 17 april

Om tien uur rechtte ik mijn rug bovenin mijn stapelbed. Nici stond naast haar bed. “Goodmorning.” Ze kwam naar me toe en samen bespraken of het wel zin had om deze dag te gaan snorkelen, aangezien we half elf al bij de snorkeltent moesten zijn. Na een kort overleg besloten we niet te gaan, Nika wakker te maken, onze was weg te brengen en in ons hostel te ontbijten. Die dag luierden we onder een grote vierkante parasol die maar 2,50 kostte. Hazim sloot zich hier ’s middags bij aan. In de zee heb ik veel met NIci gepraat en haar heel veel beter leren kennen. Wat reisden we toch met een geweldig mens die toch ook dalen heeft gekend en die het natuurlijk leuk vond om een groot blad, waar ik naar vroeg omdat ik het niet goed kon zien, uit de zee te halen en in mijn gezicht te gooien: Love you Nici Lah… Ja, lah had Nici ons in Kota Bharu geleerd. Dat gebruiken Aziaten wanneer ze iets willen benadrukken en wij inmiddels dus ook. Aan het eind van de middag liepen Nici en ik langs de strandbar van gisteravond. Ik was mijn slippers daar vergeten en Nici was haar hesje daar vergeten. Tot Nici’s geluk hadden ze haar vestje gevonden, tot mijn teleurstelling moest ik nu zonder slippers door het leven. Toen we naar ons hostel liepen, beseften we dat we niet hadden betaald voor onze parasol. Goeie deal dus.

’s Avonds aten we bij een andere strandtent waar we Hazim opnieuw tegenkwamen. Deze strandtent was echter iets minder. Nici kreeg namelijk een fresh juice die duidelijk niet fresh was, waar ze zacht uitgedrukt niet zo blij van werd. Ik kreeg een kipcurry waar geen kip in zat. Dus vroeg ik naar de kip en kreeg na tien minuten mijn kipcurry terug, die nu overdreven vol zat met kip: geen probleem (: Na ons eten skypten Nika en ik met het thuisfront en daarna gingen we weer naar de strandbar van de dag ervoor. Opnieuw gingen we bij Hazim en zijn vrienden zitten. Deze avond was het best wel rustig, maar dat boeiden Nici en mij niets dus dansten we met z’n tweeën en nog één andere jongen op het podium. Opnieuw een geslaagde avond waarin we het erg laat hebben gemaakt.

Maandag 18 april

Vroeg uit de veren om te ontbijten voor onze snorkeltoer. Nici had het erg zwaar tijdens het ontbijt. Ze had een erge kater en vroeg telkens opnieuw: “Did I already tell you that I feel so bad?” Wij: “No Nici, you didn’t tell that. Tell it again.” Eenmaal op het bootje kregen Nika en ik ook last van een kater, maar wanneer je tussen de vissen zwom, vergat je dat. We waren allemaal erg bang om te verbranden, dus hadden Nika en ik een shirt aan en Nici stal de show door te snorkelen in een lange mouwen shirt en een lange broek. Nadat we al heel wat mooie vissen hadden gezien, stopten we bij het strand waar we middageten haalden: rijst met kip en groenten. Ook Nici nam wat van mijn kip, omdat ze dacht dat het vis was. Uiteindelijk nam de vegetariër het laatste stukje kip van Nika. Tja, can’t resist the chicken. Na te hebben gegeten voelden we ons al iets beter en het werd alleen maar beter toen we bij een baai stopten waar we schildpadden op de bodem van de zee konden zien. Op het moment dat er een babyschildpad naar boven zwom om adem te halen kon ons geluk niet meer op. We zwommen vlak achter de schildpad aan en ik kon hem net niet aanraken omdat die dieren blijkbaar zo ontiechelijk hard kunnen zwemmen. O ja … speciaal even voor Nici: het was geen babyschildpad, maar een tienerschildpad. Dat is een belangrijk detail mensen! Na de schildpadden gingen we naar shark point. Ik zwom samen met Nika in de rondte, maar veel was er niet te zien: dode grond en een paar visjes. Totdat een man van één van de bootjes naar ons gebaarde dat we moesten komen. Hij wees in de verte waar we eerst niets konden zien. Totdat opeens mijn mond wilde openvallen, wat niet kon omdat ik een snorkel in mijn moel had. We zagen een enorme haai voorbij zwemmen van meer dan twee meter. Ik was best een beetje bang, maar Nika bleef zoals gewoonlijk de rust hetzelve. Vanaf dat moment bleven we in de buurt van deze man en we hebben in totaal wel vier haaien gezien. Echt heeeeeel gaaf!

Terug in het bootje ergerden we ons kapot aan de drie Maleisische meisjes die keihard achter ons zaten te boeren. Wel hebben we keihard gelachen toen Nici het volgende zei: “The fact that we are human is that we can controll ourselves and have behaviour.. Why don’t they understand?...’’ Dus verzon ik de naam ‘The Zoo’ voor hen. Ook hier hebben we erg om gelachen. Bij de laatste stop twijfelden Nika en ik of we het water in gingen. Deze twijfel eindigde toen Nici zei dat ze enorm grote vissen zag. Snel gingen we het water in waar Nici ons keihard uit kon lachen, omdat er niks te zien was. Dus reageerden Nika en ik met onze veel gebruikte quote “Fock off”. Wel was het leuk dat we vanaf daar naar het strand konden zwemmen waar we een tijdje in de schaduw hebben gezeten. Eenmaal terug van onze snorkeltoer namen we een douche, waarna we ons verbaasden over het feit dat Nici in haar gezicht was verbrand ook al had ze de hele dag naar beneden het water in gekeken. ’s Avonds aten we bij een restaurantje die Rosa had aangeraden. Dat was ontzettend lekker dus namen Nici en Nika ook nog een toetje. Onze laatste avond op de perhentian islands hebben we eerst een tijd met z’n drieën gekaart. We deden een spel die Nici net van drie Denen had geleerd. Hierna gingen we naar onze favoriete strandbar waar we ons aansloten bij de vrienden van Hazim. Hazim was er zelf helaas niet meer, want die was die dag weer naar Kuala Lumpur vertrokken. Dus zaten we met Muneer, Snikars en nog wat andere mensen, waaronder een meisje uit Chili. Deze avond waren we minder van het dansen, omdat er elke avond dezelfde nummers in dezelfde volgorde werden gedraaid en de muziek daarom toch wel een beetje onze strotten uitkwam. Toch was dit een hele leuke laatste avond hier.

Dinsdag 19 april

Tassen inpakken en met de boot terug naar het vaste land. Daar genoten we van het laatste maal met Nici (dachten we). Ook verbaasden we ons over de geiten die er overal rondliepen over straat.

Na ons ontbijt gingen we langs de weg staan en begon een nieuw liftavontuur. We zetten onze tassen langs de weg en onmiddellijk stopte er een auto met twee bekende gezichten. Het was het Nederlandse koppel waarmee we op de boot hadden gezeten. Ze konden ons een stad verder brengen waar ze ons bij een benzinestation afzetten. Tijdens dit ritje genoten we van lekkere Nederlandse pepermunt die ze uitdeelden. Nadat we waren afgezet stopten na tien minuten een auto voor ons. Het was een jong islamitisch stel met een kindje Haq die rond de vier jaar was. Zij woonden in de stad waar wij heen moesten om op de snelweg naar Kuala Lumpur te komen en dus hadden we heel veel geluk. Nici zou in die stad blijven en in het Oosten van Maleisië verder reizen. Al snel stopten we bij een moskee waar het gezin ging bidden. Tijdens het wachten merkten we een sticker op het raam op: Don’t eat Mac Donald’s and stop killing Palestinians. We grapten dat we zo aan het gezin zouden vragen of we naar de Mac drive konden (: Weer rijdende raakten Nika en ik maar niet uitgepraat over de mobielverslaving van het koppel. De man en vrouw waren allebei om de minuut met hun mobiel bezig. Zelfs wanneer de man reed checkte hij zijn Facebook. Dus gingen Nika en Nici kijken wat hij nou eigenlijk deed. Hij checkte voortdurend zijn facebook waar een foto met ons op stond. Nika keek beter en zag dat er wel honderden likes en tientallen reacties waren! Dus vroegen we hun facebook om deze spam te kunnen checken. Toen we eenmaal vrienden waren, was de foto al gewist. Niemand zal ooit meer weten wat er op gereageerd was.

Toen we in de stad aankwamen, namen ze ons mee uit eten en aten Nici en ik een fried rice met zeedieren en de rijst was wonder boven wonder roze. Nika nam een kippensoepje.  Het koppel en kind deelden samen één spaghetti. Ik heb nog steeds geen idee hoe ze daar op overleefd hebben. Na het eten werd Nici bij haar hostel afgezet. Hier namen we afscheid van deze grappenmaakster. We missen haar nu al, maar ze komt zeker langs in Nederland en Oktoberfest 2017 is gonna be amazing together. Weer in de auto vroegen we of we konden worden afgezet langs een drukke weg die richting Kuala Lumpur ging. Op weg naar deze weg had de man een aantal keer gebeld met mensen en opeens vertelde hij ons dat een vriend van hen die avond naar Kuala Lumpur ging. Ons geluk kon niet op dus het was tijd voor een stiekeme high five op de achterbank. Hij zou echter over meer dan een uur vertrekken dus konden we mee naar het huis van het gezin om daar te wachten. In dit mooie huis aangekomen verdwenen het gezin boven zonder te zeggen wat ze gingen doen en hoelang we moesten wachten. Tijdens dit gewacht verbaasden we ons over het feit dat er voor 14 mensen plaats was om te zitten, liepen we de tuin rond waar we met een kat chillden, zwaaiden we naar wat mensen die langs de tuin reden en hoopten we dat we zo wat te drinken zouden krijgen, want wat hadden we een dorst gekregen. Na meer dan een uur wachten, kwam er eindelijk iemand beneden. Het was de moeder met haar zoontje. Ze kwam ons een sapje brengen. Hier waren we heel erg blij mee. Vijf minuten later kwam de vader beneden en deelde mee dat hun vriend niet meer naar Kuala Lumpur ging vanavond. “So we will drop you at the toll stop.” We liepen weer naar de auto. “Het was ook te mooi voor woorden.” Zei ik tegen Niek. Hier waren we het over eens. Tijdens het ritje naar de tol belde hij weer met een hele hoop mensen. Was hij nou mensen aan het vragen of ze naar Kuala Lumpur gingen? Eenmaal bij de tol vertelde hij ons dat er alsnog een vriend naar Kuala Lumpur ging vanavond en dat we een halfuurtje bij de tol moesten wachten. Hij gaf ons een briefje met zijn nummer en kenteken van de auto waar we door zouden worden opgehaald. Dat was heel lief van hem. Na onze spullen uit de auto te hebben gedumpt, maakten we nog een selfie met het koppel en zwaaiden we ze vervolgens uit. Tijdens het wachten aan de weg zaten we op onze backpack en gaf ik Nika een snelcursus salsa en chachacha. Eindelijk kwam toen de auto met een jongen van 27 die een business in waterzuiveringsapparaten had. Voordat we naar Kuala Lumpur zouden gaan, moesten we eerst twee vrienden van hem ophalen. Deze vrienden waren ongeveer even oud als hij en hadden ook beiden een eigen business. Eén van hen had een business in islamitische mannenjurken.

Na ongeveer vier uur in het donker over alleen maar rechte snelweg te hebben gereden, reden we eindelijk Kuala Lumpur binnen. Eerst werd één van de vrienden afgezet. Met de anderen twee gingen we naar de Mac Donalds en daar haalden ze eten voor ons. Dit vonden Nika en ik wel gappig, aangezien we die middag nog in de auto met de sticker, die tegen de Mac Donalds was, hadden gezeten. Hierna reden we naar hun huis waar we een nachtje mochten slapen, omdat ze ons om vier uur ’s nachts niet buiten wilden afzetten. Met z’n vieren aten we onze Macs op en gingen daarna naar bed. Nika en ik hadden een kamer voor onszelf waar een badkamer aan vastzat. Niet de badkamerdeuren op slot vergeten te doen hè! Die nacht sliepen we allebei diep. ’s Nachts werd ik half wakker omdat ik aan het praten was. De volgende morgen vertelde Nika me dat ik had gevraagd waar Nici was. Ja ja, ik miste haar al.

Samen met haar hebben we één van de mooiste tijden van ons leven beleefd: we leerden de kunst van het liften en de goedheid van Maleisiërs en ook Islamieten. Laten we bij deze in de wereld eens stoppen met het oordelen over bepaalde geloven. Uiteindelijk zijn het de mensen zelf die bepaalde keuzes maken.

Foto’s

4 Reacties

  1. Bernadette:
    5 mei 2016
    Wat een avontuur weer. Vandaaf op de dag van de vrijheid, lees ik in je verhaal de vrijheid . wat een ervaringen. Geniet ervan!
  2. Corrie schuin:
    8 mei 2016
    O wat een mooi reis verhaal ,wat is het toch mooi om zo te reizen .en dat alles mee te maken .geniet nog fijn en ook jullie vriendschap is zo waardevol .
    Lieve groet van Corrie
  3. Cristina:
    17 mei 2016
    Lieve Noemi, wat een leuke vrerhaal, genieten maar van deze mooie avontuur!
    Groetjes Cristina
  4. Irene:
    9 juni 2016
    supertof Mo! Ik denk aan je! nog maar een maandje en dan zie ik je weer!
    Geniet nog maar lekker, maar dat zit wel goed zo! Knuffel, ook voor Nika!